Verscholen tussen de zee en de bergen ligt de Mediterraanse badplaats Cullera in het centrum van de Valenciaanse kust. Dit stadje ligt rond 40 km van de stad Valencia en grenst aan het natuurpark L’Albufera en de monding van de rivier Júcar.
Foto: Wikipedia
Rond de Muntanya de l'Or en de monding van de rivier de Júcar is een zomers resort ontstaan, met zowel een goed verzorgde oude stad als de modernste installaties en recreatieve ontwikkelingen om optimaal van de zon en het strand te genieten.
Het oude gedeelte “pueblo” is in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw uitgebreid met “San Antonio”, speciaal voor het toerisme. Ook de wijken Mareny de Sant Llorenç, Dosel, Faro, Mareny, Estany en Brosquil maken deel uit van Cullera.
Valencia, het natuurpark Albufera, historische dorpjes en talloze stranden zijn slechts enkele van de vele attracties die deze kust te bieden heeft. Mis de voortreffelijke Valenciaanse keuken niet, waarin rijst samengaat met aanbiedingen uit de zee en boomgaarden om heerlijke gerechten te creëren.
De kwaliteit van de wateren van Valencia en de aangename temperaturen het hele jaar door maken Cullera een ideale bestemming voor diegenen die willen genieten van hun vrije tijd aan de Middellandse Zee .
Cullera is heeft een goede verbinding met met Madrid en Barcelona en is een zeer aantrekkelijke bestemming voor elk type reiziger.
Hier kunnen bezoekers watersporten beoefenen, duiken of wandelen, maar ook slenteren door de oude stad of gewoon zwemmen en zonnebaden bij het kalme water. De jachthaven is een andere plaats die een bezoek verdient.
Stranden en sinaasappelbomen
Boomgaarden en sinaasappelboomgaarden bedekken de heuvels rond een kustlijn van ondiep water, perfect voor zelfs de jongste reizigers. De verscheidenheid van hun ecosystemen en installaties maken de stranden van Cullera divers.
Het strand van Faro is het beste om te duiken en vissen, terwijl het strand van San Antonio direct naast de boulevard ligt. Marenyet is ondertussen het plaatselijke naaktstrand. Er zijn in totaal meer dan 15 kilometer stranden en kliffen die beschutting bieden onder de berg l'Or, ook wel bekend als les Raboses.
Dit gebied wordt ook omringd door zoetwaterlagunes, zoals de opmerkelijke lagune van l'Estany . Hier kunnen sportvissers genieten van hun favoriete bezigheid en genieten van enkele van de lekkernijen die worden geserveerd in nabijgelegen restaurants.
Paella (vlees, zeevruchten, groente of gemengd), arroz a banda (gekookt in visbouillon en geserveerd met ali-oli) of arroz negro (met inktvisinkt) zijn enkele van de specialiteiten van het gebied. Mediterrane vis wordt gebakken, gebakken of geserveerd in stoofschotels, terwijl vlees uit de bergketen wordt gekookt op grills. Kip en konijn worden in deze regio erg gewaardeerd en worden op veel verschillende manieren bereid.
Als het om desserts gaat, is de Valenciaanse sinaasappel koning. En om al dit heerlijke eten te begeleiden, produceert Cullera wijnen uit Valencia en Utiel-Requena, die beide een oorsprongsbenaming hebben gekregen . Horchata , een frisdrank gemaakt van tijgernoten en die ook een oorsprongsbenaming heeft, is ook het proberen waard.
Een bezoek aan Cullera biedt ook de kans om een rijk historisch-artistiek erfgoed te zien, met twee bijzonder opmerkelijke gebouwen. Het middeleeuwse kasteel en het neoromaanse heiligdom Mare Deu del Castillo bevinden zich op het hoogste punt van de stad.
Deze strategische ligging op een natuurlijk uitkijkpunt kijkt uit over de kustlijn en de omliggende regio. Santa Ana-schrijn en de Reina Mora-toren ronden dit prachtige complex af. Aan de andere kant van de berg wachten de Cullera-vuurtoren en de Dragut-grot op bezoekers. Dit grotmuseum herbergt een gotische kapel uit de 17e eeuw.
Geschiedenis
Cullera werd al bewoond in de prehistorie. In de “Cova del Volcán” zijn archeologische overblijfselen gevonden uit de bronstijd. Na de Feniciërs en de Grieken waren de Iberiërs tot aan de wisseling van de jaartelling de bewoners van de streek. De bekende Carthager Hannibal veroverde de streek rond 219 door de inname van Sagunto. Deze verovering was de aanleiding tot de Tweede Punische Oorlog. In 138 voor Christus stichtten de Romeinen Valencia, hetgeen de eerste bloeiperiode van stad en streek betekende. Ook in de Romeinse periode werd Cullera bewoond. Het “Isla de los Pensamientos", ook in Faro gelegen heeft vondsten uit deze periode opgeleverd. In een bescheiden archeologisch museum in Cullera zijn deze vondsten tentoongesteld.
Een van de meest welvarende perioden uit de geschiedenis brak aan toen de streek rond Valencia in 714 onder heerschappij van de Moren viel. Uit deze tijd stamt ook de naam van Cullera. Culla staat voor “top” en Aira is moors voor groot. De samentrekking Cullera betekent dus letterlijk “grote top”. Tal van overblijfselen uit de moorse periode zijn nu nog aanwezig. Zo staan er in Cullera een aantal vestigingstorens tegen de berg aan Het belangrijkste overblijfsel van de Moren is het irrigatiesysteem dat ervoor zorgt dat de rijstvelden en sinaasappelplantages voorzien worden van water.
De eerder genoemde vestigingstorens hebben Jacobus I van Aragón in 1235 tegengehouden in een poging om de Moren te verdrijven.
Noemenswaardig zijn ook de activiteiten van piraten waaronder de bevolking gebukt ging. Mede door het optreden van de gevreesde piraat “El Dragut” werd bijna het gehele gemeentearchief vernietigd. Om aan deze overvallen het hoofd te bieden beval Philips II een aantal verdedigingstorens te laten bouwen. De enige overgebleven toren is de “Torre Marenyet”.
Burcht van Cullera
De burcht van Cullera bevindt zich in het midden van de bergrug, en kijkt uit over de oude stad, maar ook over de nieuwbouwwijk “San Antonio”. Op de Moorse ruïne is door Jaime I een nieuwe burcht gebouwd, die later door Pedro I werd verstevigd. Later is de burcht ook nog verstevigd met kanonnen waarvan er nog enkele aanwezig zijn. Deze burcht is van dusdanig belang dat men, met steun van de overheid, hem weer in oude glorie wil herstellen. Bij de restauratie zijn wandtekeningen naar voren gekomen die voer voor verder wetenschappelijk onderzoek zijn.
Het Santuario
Boven op de berg is tussen 1891 en 1897 een kerk gebouwd ter ere van de “Virgen del Castello”. De kerk is in neoromaanse stijl opgetrokken en in het midden van de 20ste eeuw verfraaid onder invloed van de Franciscanen die in het klooster naast de kerk woonden. Er is een witte kruisweg die tot bij de kerk leidt. Het Mariabeeldje op het hoofdaltaar is het middelpunt van de feesten die in de week na Pasen het leven in Cullera beheersen.
La fiesta del Virgin
Het belangrijkste feest in Cullera wordt ter ere van de schutspatroon gevierd in de week na de eerste zaterdag na Pasen. ’s Avonds wordt het Mariabeeld uit de kerk op de berg in processie naar de stad gebracht.
De straten zijn dan versierd en de bevolking trekt de beste kleren aan. Nadat het beeld is geplaatst op het marktplein gaat een vuurwerk van start. Als de stad weer tot rust is gekomen gaat het Mariabeeld in processie, waarin tal van deelnemers in traditionele klederdracht, de stad in. Gedurende een week vindt er elke dag in een andere wijk een volksfeest plaats.
Het feest wordt afgesloten, na een volle week op de zondagochtend bij het aanbreken van de dag, als de vissers het beeld door zee dragen en daarmee de hulp voor het komend jaar afsmeken. Samen met dit religieuze feest vinder er tal van sportieve en muzikale activiteiten plaats.
Cullera geeft bezoekers ook de kans om belangrijke locaties in Oost-Spanje te leren kennen. Valencia , de hoofdstad van deze regio, combineert een rijk artistiek erfgoed met een stedelijke lay-out vol parken en groene ruimten.
Onder het brede scala aan culturele attracties zijn de Stad van Kunsten en Wetenschappen , het Valenciaanse Instituut voor Moderne Kunst (IVAM) en de Valencia Silk Exchange , uitgeroepen tot werelderfgoed door UNESCO.
Het natuurreservaat Albufera, gelegen ten zuiden van Valencia, is een van de grootste wetlands ter wereld en een speciale beschermingszone voor vogels . Het is van het grootste belang omdat de unieke locatie vier verschillende habitats biedt: de Restinga of zandbank, gevormd door mobiele duinen en kleine kwelders; de Marjal, het moerassige gebied; het Albufera-meer, het hart van het natuurgebied; en de berg. Het water in de Albufera bereikt de zee door via drie kanalen een strook land over te steken.
Elk van deze gebieden heeft zijn eigen karakteristieke vegetatie. Vogels, vissen en weekdieren heersen in het park. Veel verschillende wandel- en fietsroutes brengen ons naar de beste observatiepunten.En om het binnenland van de provincie te leren kennen, kunt u een bezoek brengen aan Játiva/Xátiva of Alzira, steden met in de oude steden middeleeuwse kastelen en paleizen, gotische kerken en fascinerende musea waar u meer te weten kunt komen over hun geschiedenis.